Onze zorg
ZORGVISIE VBS Gaverke-College
Inleiding
Op onze school is de zorgwerking een belangrijke peiler van onze pedagogische visie. De kleuters en leerlingen die ons worden toevertrouwd hebben elk hun eigen talenten, eigen achtergrond, eigen persoonlijkheid, eigen interesses…
Om in te spelen op deze verschillen zetten we volop in op het individueel opvolgen van elk kind.
Deze visie werd opgesteld volgens het Vademecum voor Zorgbreed en Kansenrijk Onderwijs,
https://pro.katholiekonderwijs.vlaanderen/vademecum-zorg-en-kansen.
Het logo van onze school bestaat uit 5 gekleurde bollen. De roze bol verwijst specifiek naar de zorgwerking.
De afbeelding bovenaan deze pagina visualiseert hoe wij onze zorgwerking zien.
Vooreerst ziet u de ondersteunende hand (het schoolteam, externe hulp, medeleerlingen…). Gedurende de jaren in onze basisschool is die hand steeds aanwezig. Waar nodig vangen we op, indien mogelijk laten we iets losser.
Het individuele kind, hier aan een luchtballon, kan steeds terugvallen op de ondersteuning op alle vlakken. Niet enkel op cognitief vlak, maar ook gevoelsmatig of maatschappelijk. Waar nodig voorzien we hulpmiddelen om een stapje verder te gaan, indien mogelijk steeds zelfstandiger.
Het ultieme doel van onze zorgwerking is om de kinderen naar hun hoogste niveau te tillen op alle ontwikkelvelden zodat zij — met of zonder hulpmiddelen — sterk staan voor de volgende stappen: het actieve burgerschap en op korte termijn: de stap naar het secundair onderwijs.
Zorgvisie Gaverke-College
Continuüm van zorg
Wij hanteren het Zorgcontinuüm van Prodia om onze zorgwerking in kaart te brengen.
We onderscheiden 4 fases:
Fase 0 (brede basiszorg)
In deze fase neemt de school voornamelijk preventieve maatregelen die voor elke leerling van toepassing zijn. Zo zetten wij in op een krachtige leeromgeving voor elk kind. We willen in het oog houden dat het schoolse aansluit bij de leefwereld van de kinderen.
Als school vinden wij het dus belangrijk dat de aangeboden leer(f)stof aangeboden wordt in levensechte situaties en betekenisvolle contexten. We stimuleren zelfsturing en hanteren coöperatieve werkvormen. We verwijzen graag naar ons pedagogisch project om deze fase dieper te bekijken.
In deze fase van het continuüm is de leraar de spilfiguur.
Fase 1 (verhoogde zorg)
Soms volstaat de brede basiszorg niet en stappen we volledig of gedeeltelijk over naar fase 1. De maatregelen van fase 0 blijven bestaan maar worden aangevuld met afspraken/maatregelen die het individuele kind vooruit kunnen helpen.
We stellen ons hierbij 2 belangrijke vragen op het overleg:
- Wat zijn de onderwijsbehoeften van de leerling?
- Welke ondersteuningsnoden heeft de betrokken leraar?
In deze fase is externe hulp nog niet aan de orde.
Fase 2 (uitbreiding van zorg)
In de vorige fase mochten we met ons schoolteam naar oplossingen voor een leerling binnen de schoolwerking zelf. Voor een aantal leerling volstaat deze zorg niet. Er Is nood aan bijkomende inzichten.
In deze fase wordt het CLB ingeschakeld (vaak is het CLB al geïnformeerd of een overleg of MDO in de vorige fase). De maatregelen/afspraken binnen fase 0 en 1 blijven behouden.
We starten een handelingsgericht diagnostisch traject(HGD) die in regie van het CLB komt. Het uitvoeren van de verschillende stappen blijft de verantwoordelijkheid van de school. Slechts enkele exclusieve onderzoekingen zijn de verantwoordelijkheid van het CLB.
In deze fase is het inschakelen van externe hulp meestal een deel van het traject.
Fase 3 (individueel aangepast curriculum= IAC)
We komen met een leerling in deze fase terecht wanneer er door het CLB een verslag is opgemaakt. Wanneer alle maatregelen in de vorige fases onvoldoende blijken of disproportioneel zijn, wordt een verslag opgemaakt. In dat verslag staat steeds een type vermeld (type 1, 2, …)
Met dat verslag bij de hand dient overleg duidelijk te maken of:
– Het kind overschakelt op een IAC (een indiuidueel aangepast curriculum).
– Het kind overstapt naar het buiten gewoon onderwijs.
Cruciaal in deze werking is COMMUNICATIE.
Communicatie tussen school, ouders, externen en leerling: deze werking werd op poten gezet voor de leerlingen. Het spreekt voor zich dat we de leerling in elke fase betrekken bij hetgeen loopt.
Onder andere door open te communiceren kan ingeschat worden of de betrokken leerling zich goed voelt en/of hoe de leerling het ziet.
Communicatie tussen school en ouders: zorgvragen worden geformuleerd op school, maar ook ouders kunnen zich aanmelden met een specifieke zorgvraag met betrekking tot hun kind. Een zorgvraag vanuit de ouders kan evengoed de opstart van een traject betekenen.